Objet trouvé, gevonden voorwerpen.

 

Mijn inspiratie, de trigger die een nieuw project opstart, is vaak de uitdaging van het materiaal.

Gevonden voorwerpen, een stuk hout, boomstam, een steen, roestig ijzer, een plaat roestvrij staal, koperen staven, maar ook potten verf die al een tijd in het atelier staan.

De nieuwsgierigheid van wat er in die grijze steen zit, die ik in Drenthe in de tuin vond en jawel, na hakken, slijpen en polijsten, blijkt het een gitzwarte, goud dooraderde heuppartij geworden.


De verhouten klimop, de tak waar hij omheen groeide is weggerot, fungeert nu als de jurk/doorkijk blouse van het beeld “Moeder”.

Wat, als ik met de verf, drip, was, veeg, tamponeer of met grote klodders ga smijten?
De verrassing, de ontdekking en, zelfs als een vaag idee van onderwerp standhoudt binnen dit geweld, het beeld, de afbeelding blijft dan ook voor de maker nieuw, een cadeau.

Doorgaan en kijken, kijken, kijken en als achteraf mensen er andere dingen in ontdekken, dan is dat een vette bonus, een en een kan best drie zijn!

De uitdaging van het ontwerpen, construeren, het “hoe doe je dat?”

Los van alle lectuur en de laatste tijd ook steeds meer het internet, is kijken en meewerken de beste leerschool. Scheepswerven, houten botenbouwers, metaalbedrijven, ik heb er rondgezworven en meegewerkt.

Uiteindelijk gaat het om vorm en vaak ook om het contrast tussen organische vormen en een strakke geometrie. Orde versus chaos, rust naast onrust.